Waarom groen bouwen?

Met de Checklist Groen Bouwen kan iedere bouwonderneming, architect of projectontwikkelaar zijn projecten en ontwerpen natuurvriendelijker maken. Het beantwoorden van enkele simpele ja/nee vragen leidt tot eenvoudige soortbeschermingsmaatregelen.
Huismus / Elwin van der Kolk

Tot voor kort had de bouw weinig aandacht voor natuur. En natuurbescherming had weinig aandacht voor het stedelijk gebied. Het waren twee gescheiden werelden. Dat is jammer, want de wijze waarop de mens het landschap vormgeeft, bepaalt in belangrijke mate het voorkomen van planten en dieren. Dat geldt ook voor het stedelijk gebied. Verstedelijking draagt weliswaar bij aan het verlies van biodiversiteit in algemene zin. Echter, deze verandering van het landschap bood ook kansen. Sommige diersoorten hebben daarvan geprofiteerd. Voor enkele soorten zijn onze steden en dorpen zelfs het belangrijkste leefgebied. Bekende voorbeelden zijn gierzwaluw, huismus en gewone dwergvleermuis, die alle succesvol gebruik maken van de gebouwen waarin wijzelf wonen en werken.

Zinvol, zonder concessies

Het stedelijk milieu is een verrassend veelzijdig leefgebied, waar met gerichte aandacht zinvol beschermingswerk is te verrichten. Voor de gebouw bewonende soorten zijn tegenwoordig tal van goede soortbeschermingsmaatregelen mogelijk. Deze kunnen worden toegepast zonder concessies te doen aan het uiterlijk of de kwaliteit van het gebouw of het wooncomfort van de bewoners. We moeten de kansen benutten, die de bebouwde omgeving biedt.  

Stad van de toekomst

Natuurinclusief bouwen blijkt in de praktijk eigenlijk altijd heel gemakkelijk, zowel financieel als bouwtechnisch. Bij renovatie en nieuwbouw zouden voorzieningen voor vogels en vleermuizen vanzelfsprekend moeten zijn. Ook als er geen juridische verplichting is om het verlies van verblijfplaatsen te compenseren. Denk aan neststenen voor gierzwaluwen en vleermuizen of Vogelvides voor huismussen. Dit soort maatregelen zijn moeilijk achteraf te realiseren, maar voor het behoud van deze soorten zijn ze cruciaal. De bebouwing staat er voor lange tijd, zodat het stedelijk gebied ook in de toekomst geschikt blijft voor vestiging van vogels en vleermuizen.

 

Vooruit kijken

Het is helemaal mooi wanneer natuurinclusief gebouwd wordt op basis van een soortenmanagementplan en een gebiedsgerichte ontheffing. Dan is in de ontheffing namelijk al geregeld dat wat nu gebouwd wordt, kan gelden als compensatie voor het toekomstig verlies van verblijven elders binnen het gebied. Op deze manier zijn er al alternatieve verblijfsplaatsen voor vogels en vleermuizen nog voordat deze elders verloren gaan.

 

Basiskwaliteit

Nu klinkt natuurinclusief bouwen alsof het alleen over zand, cement en stenen gaat. De inrichting van de buitenruimte, van blauw en groen, kan net zo goed natuurinclusief, met dezelfde voordelen voor onszelf als voor vleermuizen en vogels. Voor weinig plekken binnen de stedelijke omgeving geldt natuur als prioritaire bestemming en het bereiken van een aanvaardbaar niveau basiskwaliteit stedelijke natuur is niet vanzelfsprekend. Er zijn veel stedelijke opgaves, zoals waterretentie, klimaatadaptatie, volksgezondheid en leefbaarheid waarvoor groene oplossingen bestaan die gunstig zijn voor mens én dier. Met multifunctioneel landgebruik en interdisciplinaire samenwerking, tussen bouw en natuurbescherming, is basiskwaliteit te realiseren.

We weten hoe het moet, we hoeven het alleen nog maar te doen. Samen kunnen we dat!