Aanpassing bouwwijze: toegankelijke spouwmuur

Ruimtes in spouwmuren kunnen een geschikte verblijfplaats vormen voor gebouw bewonende vleermuizen.

Toegangen tot spouwmuren kunnen worden gecreëerd door middel van open stootvoegen. De open stootvoeg mag maximaal 2,5 centimeter breed zijn. Voor de gewone dwergvleermuis is een breedte van 1,5 tot 2 centimeter optimaal. Laatvliegers hebben een iets meer ruimte nodig, tussen de 1,8 en 2 centimeter.

Het klimaat in zuid- en westgevels is warm en daarom voor kraamkolonies geschikt. Noord- en oostgevels daarentegen zijn kouder en worden gebruikt als tussenverblijf of winterverblijf. Voor kraamverblijven zijn deze exposities minder geschikt. De vrije ruimte tussen het isolatiemateriaal en de buitenmuur moet ten minste 2 centimeter zijn, zodat vleermuizen zich in de spouw kunnen verplaatsen.

Wanneer er in de spouwmuur gebruik wordt gemaakt van isolatieplaten is het raadzaam om deze op te ruwen, zodat vleermuizen hier grip hebben en niet wegglijden. Er kan ook gebruik worden gemaakt van kunststof gaas met een maaswijde van 3 tot 10 millimeter, ook aan dit type materiaal kan de vleermuis zich vastgrijpen. Vleermuizen maken geen nest en beschadigen het isolatiemateriaal niet. 

 

Tips

  • Een verblijfplaats op de hoek van een gebouw is ook gunstig voor vleermuizen. Op deze manier kunnen ze, afhankelijk van het binnenklimaat, de meest gunstige gevel kiezen.
  • Verlichting kan vleermuizen afschrikken. Zorg ervoor de gevel niet verlicht wordt of maak gebruik van vleermuisvriendelijke verlichting.

Meer info en waar te bestellen

Neem voor deskundig advies contact op met de Zoogdiervereniging 

Deel deze maatregel:

Foto's