Een ‘levende schil’ in Enschede

De Instituten heeft tot doel bij te dragen aan behoud en versterken van de lokale biodiversiteit. De wens om een BREEAM-duurzaamheidscertificaat te krijgen, was de aanleiding voor het plaatsen van vleermuis-, insecten- en vogelkasten.

Plegt-Vos wilde met hun nieuw te ontwikkelen gebouw aanspraak maken op een BREEAM certificering: een keurmerk voor duurzaamheidprestatie. De BREEAM-categorie Landgebruik en Ecologie biedt perspectief voor biodiversiteit. In verband met de huisvesting van dieren zijn van belang: ‘Planten en dieren als medegebruiker van het plangebied’ (LE 4, 2 punten) en ‘Duurzaam medegebruik van planten en dieren op de lange termijn’ (LE 6, 1punt). Regelink Ecologie & Landschap heeft de lokale (potentiële) natuurwaarden in kaart gebracht om te bepalen hoe het gebouw kan bijdragen aan behouden en versterken van de lokale biodiversiteit.

In totaal zijn er 28 nestgelegenheden aangebracht in en op de Noordoost- en Zuidoost-gevels; ingemetselde neststenen voor gierzwaluwen toegang tot de spouw voor vleermuizen en op de gevel gemonteerde nestkasten voor huismussen. Er is nestgelegenheid op het dak voor de grote gele kwikstaart en een kerkuilenkast. De voorzieningen voor huismussen moeten regelmatig gereinigd worden en zijn daarom ook lager geplaatst. De neststenen voor de gierzwaluw zijn ter hoogte van de dakrand ingemetseld, omdat deze vogel een vrije val van enkele meters nodig heeft. 

Resultaat

Voor het voldoen aan BREEAM-LE 6 dienen de vogelnestkasten een keer per jaar in juni te worden gecontroleerd en de geplaatste nestkasten voor huismussen aan het einde van het broedseizoen te worden schoongemaakt. De effectiviteit van de getroffen maatregelen voor vleermuizen dient zes jaar na oplevering door een deskundig ecoloog gemonitord te worden volgens het Vleermuisprotocol van de Gegevensautoriteit Natuur.

Door de keuze van het type neststeen was er in Enschede voldoende ruimte om het isolatiemateriaal achter de neststenen door te zetten. Wanneer deze ruimte kleiner wordt bij andere oplossingen, hoeft dat overigens niet ten koste te gaan van de isolatiewaarde. Oplossing is dan het plaatselijk toepassen van een isolatiemateriaal met een hogere isolatiewaarde tussen neststeen en het binnenspouwblad.

Voor vogels zijn de voorzieningen juist georiënteerd: het noorden en oosten. (Andere windrichtingen zijn alleen mogelijk als er een voldoende groot overstek is om te beschermen tegen felle zon.)

De meest geschikte oriëntaties voor vleermuizen zijn zuid- en westgevels. (Andere locaties kunnen eventueel ook in aanmerking komen omdat vleermuizen hun lichaamstemperatuur kunnen aanpassen aan de omstandigheden.)

 

Deel dit voorbeeld:

Foto's